Voorlopig geen beslissing voor asielzoekers uit Libanon
De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) neemt voorlopig geen beslissing over de asielaanvragen van Libanezen. Vanwege de…
In 2022 keerde de IND 3,4 miljoen euro uit aan dwangsommen. Een dwangsom is een bedrag dat de IND moet betalen als buiten de wettelijke termijn beslist wordt op een aanvraag voor verblijf in Nederland. Dit bedrag is veel lager dan in 2021. Belangrijkste oorzaken hiervoor zijn ontwikkelingen rond de ´Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND´ en de verlenging van de beslistermijn op asielaanvragen. De financiële verantwoording staat doorgaans in het jaarverslag, maar is naar aanleiding van mediaberichtgeving naar voren gehaald.
Als de beslistermijn overschreden wordt, dan kan een aanvrager bij de IND een ingebrekestelling indienen. De IND heeft dan nog twee weken om te beslissen. Lukt dit niet, dan moest voorheen een bestuurlijke dwangsom betaald worden. Daarnaast kan de aanvrager een beroep niet tijdig beslissen indienen bij de rechter. Die vervolgens een rechterlijke dwangsom kan opleggen.
In de zomer van 2020 is de 'Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND' in werking getreden. Op 30 november 2022 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de geldigheid van deze wet. De rechterlijke dwangsom mag niet worden afgeschaft van de rechter, omdat het de IND kan bewegen op tijd een besluit te nemen. De bestuurlijke dwangsom mag wel worden afgeschaft.
Sinds september 2022 heeft de IND 15 maanden de tijd om te beslissen op asielaanvragen in plaats van 6 maanden. Doordat veel meer asielaanvragen ingediend worden dan waar de IND op is ingericht moeten asielzoekers langer wachten op duidelijkheid over hun toekomst in Nederland. Een dwangsom kan worden opgelegd als de IND niet binnen de termijn heeft beslist en de asielzoeker hiertegen beroep indient.
Net als vorig jaar publiceerde de IND het aantal ingebrekestellingen in zijn jaarcijfers. In 2022 waren dat er 19.830. De ingebrekestellingen hebben betrekking op asiel, nareis en reguliere verblijfsaanvragen (bijvoorbeeld voor gezin, werk of studie). Het merendeel gaat over asielaanvragen. De toename ten opzichte van 2021 komt vooral doordat meer asielaanvragen over de beslistermijn heen gingen en de geldigheid van de ‘Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND’ in twijfel getrokken werd door verschillende rechtbanken. De wet is deels onverbindend verklaard, wat mogelijk een aanleiding is geweest voor meer asielzoekers om een ingebrekestelling en uiteindelijk een beroep niet tijdig beslissen in te dienen.
Een toename in het aantal ingebrekestellingen heeft niet direct effect op het uitbetalen van dwangsommen. Dat komt bijvoorbeeld doordat een deel van de ingebrekestellingen te vroeg is ingediend. Ook leidt een deel niet tot dwangsommen, omdat de IND alsnog binnen de voorgeschreven termijn beslist.
In 2022 werd door de rechter 6.110 keer uitspraak gedaan in een beroep niet tijdig beslissen. Hiervan werd een derde gegrond verklaard. In het merendeel van de onderliggende bodemzaken werd door de IND beslist voordat een dwangsom uitbetaald moest worden.
De IND is geen voorstander van dwangsommen, omdat het niet bijdraagt aan sneller beslissen. Medewerkers zijn uiterst gemotiveerd om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven aan de onzekere situatie van asielzoekers. Het behandelen van ingebrekestellingen en beroepen niet tijdig beslissen vergt capaciteit die niet ingezet kan worden voor het behandelen van asielaanvragen.
Hoewel de IND vorig jaar meer beslissingen nam, liep de wachttijd voor asielzoekers op. Dit komt doordat het aantal asielaanvragen veel hoger is, dan de capaciteit die de IND heeft om ze te behandelen.
De IND rekent op basis van de uitspraak van de Raad van State voor verschillende scenario´s door hoeveel beroepen niet tijdig beslissen ingediend kunnen worden. De verwachting is dat in 2023 en 2024 een hoger bedrag uitgekeerd moet worden aan dwangsommen, dan in 2022.