Ons verhaal
Samen doen wij betrokken en toegewijd ons werk: besluiten over toelating in Nederland. Dat is echt mensenwerk en dat doen we zo zorgvuldig, rechtvaardig, juist en tijdig als mogelijk. En altijd met oog voor de menselijke maat. Want de…
De IND beoordeelt of iemand die asiel aanvraagt recht heeft om in Nederland te blijven. Een medisch onderzoek is bijna altijd onderdeel van deze asielprocedure. Maar welke onderzoeken zijn er precies, en in welke situaties wordt zo’n onderzoek ingezet?
Asielzoekers uit landen waar tuberculose (tbc) veel voorkomt, krijgen eerst een tbc-onderzoek voordat we een verblijfsvergunning geven of de asielprocedure beginnen. Dat is nodig om een tbc-uitbraak in Nederland te voorkomen. Inwoners van landen waarin tbc weinig voorkomt, krijgen dit onderzoek niet. Als een asielzoeker tbc heeft, gaat de asielprocedure verder na de tbc-behandeling.
Asielzoekers die de algemene asielprocedure gaan volgen, bieden we eerst een onderzoek aan door een onafhankelijk medisch adviesbureau. Dit ‘medisch advies horen en beslissen’ is om vast te stellen of er redenen zijn waardoor een aanvrager zijn asielverhaal mogelijk niet goed kan vertellen. Bijvoorbeeld een handicap, ernstige ziekte of psychische problemen. We kunnen daar dan rekening mee houden. Bijvoorbeeld met meer voorbereidingstijd en pauzes. Of door op een bepaald onderwerp minder door te vragen. Het advies kan ook zijn dat iemand niet gehoord kan worden, maar dat komt heel weinig voor. Een advies kan invloed hebben op de beslissing, omdat we bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielverhaal rekening houden met de geestelijke toestand van de asielzoeker.
Asielzoekers hebben soms heftige dingen meegemaakt, en de asielprocedure is ook stressvol. Alle medewerkers die de gesprekken doen, houden altijd rekening met hoe het met die persoon gaat, ook als er geen medische beperkingen zijn. Ze hebben daarvoor de training ‘Interviewing vulnerable persons’ gedaan.
We beoordelen of een asielzoeker bescherming nodig heeft omdat die persoon in het eigen land niet veilig is. Soms laten we forensisch-medisch onderzoek doen, om te kijken naar het verband tussen littekens, lichamelijke en geestelijke problemen en de verklaring van de asielzoeker over wat er is gebeurd. Bijvoorbeeld marteling of andere vormen van geweld. We kijken dus of er medisch bewijs is dat het verhaal ondersteunt, of juist tegenspreekt. Twee forensische instituten doen deze onderzoeken: het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. Als de IND zo’n onderzoek niet nodig vindt, mag een asielzoeker ook zelf een onderzoek laten doen. Bijvoorbeeld door een verzoek in te dienen bij het instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek.
In de asielprocedure gaan we anders om met kinderen, omdat ze kwetsbaarder zijn. Amv’s krijgen bijvoorbeeld een voogd, andere opvang en meer begeleiding. Het is goed om te weten wie daar echt recht op heeft en wie niet. Als zo’n jonge asielzoeker geen documenten heeft waarin de leeftijd staat, doen we soms een medisch leeftijdsonderzoek. Maar nooit meteen. Eerst doen de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel en de IND los van elkaar een ‘leeftijdsschouw’: een onderbouwde inschatting op basis van gedrag, uiterlijk en verklaringen. Bij twijfel doen we verder onderzoek. Blijkt uit de registratie in de Europese database Eurodac dat in een ander land een leeftijd bekend is? Dan nemen wie die vaak over. Anders is een leeftijdsonderzoek bij het NFI een mogelijkheid. Radiologen beoordelen dan röntgenfoto's van polsen en sleutelbeenderen. Bij minderjarigen zijn de gewrichten en botten nog niet ‘uitgerijpt’. Als dit onderzoek niet duidelijk vaststelt dat de asielzoeker meerderjarig is, blijven we deze behandelen als minderjarige.
Heeft een asielzoeker geen verblijfsvergunning gekregen, maar is teruggaan naar het land van herkomst niet mogelijk om medische redenen? Dan kan een vreemdeling uitstel van vertrek aanvragen. Bijvoorbeeld als iemand lichamelijk niet in staat is om te reizen. Maar ook als iemand in Nederland wordt behandeld en terugkeer binnen drie tot zes maanden zorgt voor ernstige gevolgen voor de gezondheid. Dit kan gebeuren als de zorg daar niet beschikbaar of toegankelijk is. De vreemdeling moet een arts vragen om een verklaring van de medische situatie. De verklaring mag niet ouder zijn dan zes weken. Het Bureau Medische Advisering van de IND kijkt of de medische zorg die de aanvrager nodig heeft beschikbaar is in het land van herkomst.
Wie een verblijfsvergunning heeft, kan een aanvraag doen om achtergebleven gezinsleden naar Nederland te laten komen. Dit heet nareis. Om de identiteit en familieband te bewijzen, gebruiken we vaak (identiteits-)documenten. Als die er niet zijn, kan DNA-onderzoek nodig zijn. Familie die naar Nederland wil komen laat DNA uit het wangslijm afnemen bij een Nederlandse ambassade. De familie in Nederland kan DNA laten afnemen bij het IND-loket in Den Haag. Daarna onderzoekt en vergelijkt het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) het DNA. Bij pleeg- of adoptiekinderen doen we, als er geen documenten zijn, alleen een interview waarin we de familieband bespreken. Dat doen we ook bij een partner, echtgenoot of echtgenote. De uitslag is belangrijk voor de beslissing op de aanvraag. Als er geen familieband is, is er meestal geen nareis mogelijk.
Deelname aan onderzoek is altijd vrijwillig, behalve bij tbc-onderzoek. Als iemand niet wil meedoen, kan dat wel gevolgen hebben. Als een asielzoeker bijvoorbeeld niet wil meedoen aan een medisch leeftijdsonderzoek, gaan we ervan uit dat diegene meerderjarig is. Wil iemand geen medisch advies horen en beslissen of geen forensisch-medisch onderzoek? Dan ontneemt de asielzoeker zichzelf de kans om bewijs aan de dragen of problemen duidelijk te maken waar de IND rekening mee kan houden.
Samen doen wij betrokken en toegewijd ons werk: besluiten over toelating in Nederland. Dat is echt mensenwerk en dat doen we zo zorgvuldig, rechtvaardig, juist en tijdig als mogelijk. En altijd met oog voor de menselijke maat. Want de…
Soms zit een aanvrager in zo’n ellendige situatie, dat diegene vanwege die situatie in aanmerking kan komen voor een verblijfsvergunning. Bij zo’n ‘schrijnende situatie’ kan de directeur-generaal van de IND er voor kiezen toch een…
De IND beoordeelt of iemand die een verblijfsvergunning in ons land aanvraagt daar recht op heeft. Iedereen van buiten de EU die zich in Nederland wil vestigen, kan zo’n aanvraag doen . Mensen doen dat bijvoorbeeld omdat ze hier willen werken…